Maatschappelijk autisme of autismisering van de maatschappij.

En iedereen heeft tegenwoordig maar wat om niet naar zichzelf hoeven te kijken.’

‘Het ligt aan de ouders dat al die kinderen op school niet meer mee kunnen en afwijkend gedrag vertonen.’

‘De scholen deugen niet, de zorg deugd niet, dus vind je het gek dat we massaal ADHD-ers creëren en de pdd-nossers als paddenstoelen uit de maatschappelijke drek schieten, of eigenlijk er weer in terugschieten.’

Om in de complexiteit van het leven enige simpelheid te geven, probeer ik mezelf wel eens te voorzien van een denkmodelletje. Een theorie mag je het niet noemen volgens de wetenschappelijke standaarden. Dat hoeft ook niet, want ik besef terdege dat er geen onderzoek aan vooraf is gegaan en het onderstaande slechts gebaseerd is op mijn eigen indrukken en subjectieve waarneming. Aan de andere kant heb ik voldoende zelfvertrouwen om te beseffen dat ik niet gek ben.

Sinds de jaren negentig stuiteren de ADHD-ers van de schoolpleinen, in het uitgaansleven en verder de maatschappij in. Sommigen hebben een vrolijke, aantrekkelijke stuiter, anderen hebben het stuiteren nog niet echt onder de knie en zijn een last voor zich zelf en anderen. En vooral dat laatste brengt negatieve ontwikkelingservaringen met zich mee, die mogelijk ernstiger zijn dan de diagnose ADHD zelf. Je zult maar horen dat je niet zo druk mag zijn, je gedragen moet en een last voor je omgeving bent. De negatieve feedback van je omgeving, dag in dag uit, leidt tot meer problemen bij veel ADHD-ers dan de ADHD an sich. Misschien heb ik een beperkte kijk, maar vanuit mijn werk (reclassering) kom ik nogal wat ADHD-ers tegen. ADHD is inmiddels een ingeburgerde term.

Iets ‘moderner’ is ASS (Autisme Spectrum Stoornis) waaronder de meest bekende vormen pdd-nos en Asperger zijn, naast het klassieke autisme uiteraard. Genetisch schijnen ADHD, ASS, maar ook bijvoorbeeld dyslectie broertjes te zijn. Of zusjes zo u wilt.

‘En iedereen die niet mee kan krijgt tegenwoordig maar het predicaat pdd-nos. Lekker gemakkelijk.’

En ik beweer dat het aantal pdd-nossers nog een tijdje zal doorstijgen en dat het helemaal niet zo gemakkelijk is.

In dit betoog richt ik me op de ASS-problematiek, maar even zo goed mag u daarvoor ADHD invullen. De ASS diagnose komt voor bij mensen met een pervasieve ontwikkelingsstoornis. In gewone mensentaal kan hierover ook heel veel gezegd worden maar ik verwijs gemakshalve maar even naar de legio informatie op internet.

Mijn stelling is dat ASS problematiek in de komende tijd alleen nog maar toeneemt, in kwantiteit maar ook in intensiteit met grote maatschappelijke gevolgen.

De maatschappij als geheel en de ontwikkelingen daarbinnen, zijn in mijn optiek de oorzaak. Het is inherent aan het leven in de moderne maatschappij dat ASS problematiek wel toe moet nemen.

Randvoorwaarden om deze stelling te kunnen verdedigen:

1. Ik ga uit dat de genetische samenstelling van de moderne mens niet anders is dan vijftig jaar geleden. De genetische kwetsbaarheid zal zeker nog op een zelfde wijze worden overgeleverd van ouder op kind. Of dat via de vader gaat (aanvankelijke theorie) of net zo goed door de genen van moeder (meer recente inzichten), doet daarbij niet zoveel ter zake.

2. Ik ben me ervan bewust dat de diagnostiek zich aan het verfijnen is en dat men gemakkelijker in staat is om de diagnose binnen het autisme spectrum te kunnen stellen. Ook besef ik dat de diagnostiek aan mode onderhevig is en dat de psychiatrische wetenschap nog verre van volmaakt is.

3. Er in mijn optiek geen schuldige is voor de autistenexplosie. Het zijn niet de ouders, de school of de zorg die met een beschuldigende vinger kunnen worden aangewezen. Het is de maatschappij als geheel die de tendensen in zich heeft van ‘autismisering’.

Ouders, school en zorginstanties maken immers integraal onderdeel uit van de maatschappij en worden daarom gelijkertijd zelf gevormd door die maatschappij, maar zijn tevens op hun beurt vormend voor de maatschappij als geheel. Sterker nog, beide ontwikkelingen versterken elkaar.

Op de functie van het onderwijs zal ik nog apart terugkomen als voorbeeld van één van de maatschappelijke tendensen die autismisering van de maatschappij bevorderen.

Twee hoofdoorzaken van de autismisering in de moderne westerse maatschappij.

  1. Opkomst van een scala aan nieuwe communicatiemiddelen.
  2. Feminisering van het onderwijs (Hierbij wordt het onderwijs als voorbeeld gegeven voor misschien wel een algemene tendens van feminisering. Ik gebruik dit voorbeeld omdat het voor mij tastbaar is. De feminisering van de maatschappij heeft nog net zoveel tegenargumenten in het dagelijkse leven, dat ik me afvraag of die stelling al hard gemaakt kan worden.)

Nieuwe communicatiemiddelen

Hoe oud moet je zijn om als opa versleten te worden? Een opa die niet meer met de tijd mee kan en gaat zitten mopperen op allerlei noviteiten en moderne uitvindingen? Het antwoord blijf ik schuldig, maar ik constateer op 44 jarige leeftijd een groot verschil met pakweg twintig jaar geleden. De computer was nog iets voor nerds en de PC was voor de wat rijkere student die het nog hoofdzakelijk gebruikte als een uitgebreide tekstverwerker. De mobiele telefoon was tot diep in de jaren negentig een lacherig attribuut dat door patsers gebruikt werd. Internet leek in 1990 voor de meesten nog iets dat bestond in SF-series of hooguit de CIA kon van de ene naar de andere computer. Ik hoef de mogelijkheden die tv, telefoon en computer in het hedendaagse huishouden bieden niet eens op te sommen. Ik neem aan dat ze genoegzaam bekend zijn. Sterker nog, ze zijn op die manier ingeburgerd dat het vanzelfsprekende grootheden zijn geworden in het moderne leven waarbuiten we niet meer kunnen. Naast de verdiensten die de apparaten ieder op zich hebben, benoem ik ook nog maar eens hun onderlinge uitwisselbaarheid. De nieuwe communicatiemiddelen maken het leven sneller en beter? Of om met Youp van ’t Hek te spreken hoger, harder en hyper. (bijbehorende youtubefilmpje is niet meer te vinden door mij, helaas)

De relatie met de ASS problematiek

De prikkelgevoelheid bij mensen met ASS problematiek is groter dan bij de gemiddelde mens. Ze hebben meer tijd nodig om communicatief te schakelen en zullen de plank in het dagelijkse leven sneller misslaan. *

Hieperdepiep en dan komen de nieuwe communicatiemiddelen. Telefoneren wordt gemakkelijker dan naar een vriend fietsen, de computer geeft een scala aan chatmogelijkheden met vrienden. Sterker nog, nieuwe vrienden worden over de hele wereld gevonden. Mensen met een communicatief smetje hebben nieuwe mogelijkheden.

Maar de kans is echter groot dat zij zich gaan verschuilen achter de nieuwe communicatiemiddelen. De computer geeft een gevoel van communiceren, maar de communicatie thuis, in de buurt, school of werk wordt alleen maar moeilijker. Ik heb het dan over dagelijks menselijk contact met alle verbale, maar bovenal non-verbale communicatie. De non-verbale interpretaties bij mensen met ASS problematiek is bijna spreekwoordelijk een ramp. Kijkt iemand boos, is iemand verdrietig of juist blij? De computer, de mobiel of Xbox vertelt het niet, of in ieder geval niet zoals in reallife. Het is ook niet, of de mobiel, of de tv, of de computer die een belangrijke bijdrage leveren aan de ASS epidemie, maar de massiviteit van de communicatiemiddelen.

De massiviteit ervan bemoeilijkt een leerproces bij mensen met minder communicatieve vaardigheden. Bovendien vervormt het de communicatie ook bij mensen zonder diagnose. Ik hoef maar te wijzen op de scheldpartijen op het internet bij ogenschijnlijk ‘gezonde’ mensen. De anonimiteit van de nieuwe communicatiemiddelen brengt een verharding met zich mee, die door velen als negatief wordt gezien, maar voor mensen met ASS gevoeligheid mogelijk helemaal een ondoordringbaar woud wordt van communicatieve gedragingen. Het is dan weliswaar veilig te hanteren, maar de barrière om te schakelen naar het echte leven wordt alleen maar groter en moeilijker.

De toch al prikkelgevoelige ASS-er (of ADHD-er) krijgt steeds meer prikkels te verduren en steeds vaker zullen kinderen, maar ook in toenemende mate volwassenen ‘afhaken’ of beter gezegd op hun eigen wijze de hoeveelheid prikkels pareren. Dat kan externaliserend zijn bij ADHD-ers en bij een deel van de pdd-nossers, met alle negatieve maatschappelijke gevolgen van dien voor school, werk en het sociale leven. Maar ook ASS-ers met een internaliserende ‘oplossing’ zoals angst en depressieve gevoelens, kunnen op deze wijze gemakkelijk in een sociaal isolement geraken.

De nieuwe communicatiemiddelen geven weliswaar een gevoel van communicatie, die op andere fronten verloren dreigt te gaan, ook bij mensen en kinderen die twintig jaar geleden niet eens zo’n diagnose zouden hebben gekregen. Er waren immers niet zulke grote problemen bij de meesten, want ze werden nog veel vaker gedwongen om de dagelijkse omgang met communicatieve vaardigheden te trainen. Goed, sommigen waren misschien een beetje vreemd, maar och iedereen heeft wel eens wat. **

Schuldigen

In mijn betoog begon ik met een paar gemeenplaatsen, die het schuldige vingertje wijzen naar ouders, onderwijs of zorg. Alle drie maken ze immers deel uit van de maatschappij die ze mede vormen, maar ook op haar beurt is de maatschappij sterk vormend voor ouders, onderwijs en zorg.

Ook ouders moeten zich handhaven met nieuwe communicatiemiddelen zowel in het privéleven, maar ook op het werk. Ook als 44 jarige wordt van je verwacht mee te gaan met de eisen van de tijd. Ook als ouder wordt je begeesterd door de mogelijkheden van internetwinkelen, chatcontacten en bloggen. Ik noem speciaal ook bloggen, want inmiddels begrijp ik dat juist bloggen voor de oudere jeugd is, dus zo van rond de veertig, want andere multimediale mogelijkheden zijn bij nog jeugdigen veel belangrijker. (Facebook, hyves, twitteren etc.) Ook ouders zijn kinderen van hun tijd.

Dit zelfde geldt voor scholen, waarbij de nieuwe media vooral aangemoedigd worden. Het onderwijsaanbod is voor een belangrijk deel gestoeld op de nieuwe media, waarbij de vakleerkracht in toenemende mate de functie van begeleider krijgt. Ook hier verandert de communicatie tussen leerkrachten en leerlingen, vaak ongewild, of in ieder geval tot groot verdriet van veel leerkrachten. Kinderen worden grootgebracht met een onderwijssysteem waarbij aan de ene kant de sociale vaardigheden een belangrijke rol spelen, maar de communicatie van het leerproces voor een belangrijk deel loopt via de moderne communicatiemiddelen.

Dan de zorg, de opvang voor al die kinderen en volwassenen, waarmee het mis gaat. Hier is het systeemdenken, gebaseerd op de nieuwe communicatiemiddelen mogelijk nog wel het grootst. Steeds meer diagnostiek, logistiek en zorgcontacten gaan via de moderne middelen. En dan niet alleen tussen cliënten en hulpverleners, maar ook tussen collega’s en collega-instellingen. Steeds vaker worden ogenschijnlijk logische zaken geprotocoliseerd en inzichtelijk gemaakt en worden indicaties gesteld door mensen die geen contact hebben met de cliënt. Het hele zorgsysteem heeft een autismiserende werking in zichzelf. We noemen het vaak verzuchtend die bureaucratie. En op de keeper beschouwd heeft bureaucratie in zich dat er veel miscommunicatie is en in ieder geval de cliënt bij veel hulpverleners, noodgedwongen niet meer centraal staat. Het zijn de eisen van productieverhoging en verbeteringen, die zogenaamd mogelijk zijn geworden door onder andere de nieuwe communicatiemiddelen. Veel hulpverleners willen wel anders, maar worden door het zorgsysteem, dus ook naar wensen van ‘de maatschappij’, gedwongen in dit systeem te werken. In plaats van een goed gesprek van mens tot mens, moet een cliënt van meet af aan een hulpvraag formuleren. Dat is lekker als je communicatief net iets minder bent.

Ouders, school en zorg zijn niet de schuldigen, zeker niet, maar ze dragen wel een steentje bij aan de verdere autismisering.

De positie van het onderwijs

Het onderwijs wil ik heel kort even aanstippen, niet omdat deze sector meer schuldig is aan het door mij bedachte begrip autismisering, maar omdat het als voorbeeld exemplarisch is. De sociale vaardigheden en zelfwerkzaamheid van leerlingen worden in toenemende mate centraal gesteld. Kennis is ondergeschikt gemaakt aan ‘leren leren’ en samenwerking lijkt steeds belangrijker te worden. De noodzakelijke ‘ouderwetse’ schoolstructuur komt daarmee in het gedrang.

Structuur die als zeer wezenlijk wordt gezien voor opgroeiende kinderen en waarbij de noodzaak voor de onrijpe jongenshersens nog groter is dan voor meisjes. Tel daarbij op dat de relatieve vrijheid *** binnen het onderwijs en de verplichte hoeveelheid keuzes die er gemaakt moeten worden, terwijl kinderen daar vaak nog helemaal niet rijp voor zijn.

De onzekerheden die het onderwijssysteem met zich meebrengt, geldt voor jongens en meisjes. De manier waarop gereageerd wordt, is echter wezenlijk verschillend. Ik ga in dit deel van mijn betoog geen psychologische wetenschap beoefenen, maar hanteer slechts een aantal algemeenheden.

  1. Meisjes zijn over het algemeen sociaal vaardiger, communicatiever en taalvaardiger
  2. Het rijpingsproces bij meisjes komt vroeger op gang. Structuur is voor jongens en meisjes van belang, maar nieuwe inzichten leren dat jongens eigenlijk tot hun vijftiende levensjaar erg gebaat zijn bij structuur.

Het onderwijs biedt dus voor jongens achterstanden die zij eerst niet hadden. (Je zou kunnen zeggen dat het meer voordelen biedt voor meisjes, maar dat zijn relatieve voordelen ten opzichte van jongens, ik denk namelijk dat veel meisjes in een gestructureerde omgeving ook beter zullen presteren) Meer jongens zullen niet mee kunnen komen met de eisen die het onderwijs hen stelt. Frustraties zullen tot reacties leiden bij groepen jongens. Hun gedrag wordt als vervelend ervaren. Ze zijn druk, brutaal en zullen uiteindelijk mogelijk zelfs een psychiatrisch stempel krijgen zoals ADHD of pdd-nos.

Het is een compleet onmogelijke opgave voor reguliere scholen om binnen de bestaande kaders dit probleem te keren, dus kiest men in toenemende mate voor de ‘gemakkelijke’ leerlingen die wel binnen de mal van het onderwijs passen. Het speciaal onderwijs loopt over en meer kinderen zullen onnodig psychiatriseren.

De ‘feminisering’ van het onderwijs wordt verder nog versterkt door de fysieke feminisering van het onderwijzend personeel. De noodzakelijke voorbeeldfunctie voor jongens is veelal afwezig binnen het onderwijs, want hoeveel mannen werken er nog op een basisschool?

Nu wil ik niet meteen pleiten voor gescheiden onderwijs en de jongens- en meisjesscholen propageren. Toch denk ik dat het nog wel eens meer voordelen kan opleveren dan zo op het eerste gezicht gedacht wordt. Ook wil ik de voorsprong van meisjes en vrouwen niet dwarsbomen na jaren van mannenoverheersing. Het baart mij echter zorgen. Wat moet de samenleving doen met kuddes testosteron dat maatschappelijk niet mee kan (of mag) doen in die maatschappij. Als je dan in ogenschouw neemt dat ik hierbij uit ga dat jongens niet dommer zijn geworden dan veertig jaar geleden, dan is de kans op een significante stijging van maatschappelijke testosteronexplosies niet onaanzienlijk.

Conclusie

Maatschappelijke tendensen zorgen voor meer problemen bij kwetsbare groepen zoals ADHD-ers en/of ASS-ers omdat het aantal prikkels toeneemt, de eisen hoger worden en de aard van de communicatie snel veranderd. Schuldigen hiervoor zijn niet aan te wijzen, zoals wel eens gemakzuchtig wordt gedaan ten aanzien van verwennende ouders, een zachtaardig onderwijssysteem of falende hulpverlening. Het is juist de mix, je zou het maatschappelijk autisme kunnen noemen, van allerlei elkaar versterkende ontwikkelingen die zorgen voor een explosieve toename van ADHD-ers en ASS-ers. Dus het toenemende maatschappelijke autisme zorgt voor verdere autismisering van de maatschappij.

Tijdens het plaatsen van dit stukje op 30 maart 2011, verschenen op mijn Twitteraccount twee interessante stukjes.

1. Meisjes veel vaker met ASS-problematiek dan werd aangenomen

2. ADHD is geen modegrill

Dit blog is al een herplaatsing van februari 2009 op het volkskrantblog.

* Ik besef dat de kwalificaties die behoren bij mensen met de diagnose ASS er uitgebreidere beschrijvingen bestaan en dat niet iedere ASS-er aan alle kwalificaties behoeft te voldoen of in ieder geval niet in dezelfde mate. Objectieve maatstaven voor een ieder, ook zonder de diagnose, leert dat bij de lijst van kenmerken een ieder er wel een paar kenmerken in meer of mindere mate op zichzelf kan betrekken. Ten behoeve van het betoog zal ik geen college houden over ASS problematiek of het DSM 4 gaan citeren.

** Ik wil niet de indruk wekken dat er met betrekking tot ASS problematiek helemaal geen problemen waren. Ook wil ik de sociale problemen in de jeugd van mensen die op latere leeftijd een diagnose ASS hebben gekregen niet bagatelliseren. Aan de andere kant heb ik ook vaak genoeg mensen gehoord, of er over gelezen, dat zij zich wel anders voelden, maar pas op latere leeftijd pas in de problemen zijn gekomen. Dat kan liggen aan een nieuwe ontwikkelings- of levensfase, maar evenzo goed aan de communicatieve eisen van de hedendaagse samenleving.

*** Het laatste wat ik wil beweren is dat de gemiddelde school een kweekvijver is voor vrijheid blijheid, zo u wilt, een anarchistische broedplaats is. Ik wil vooral duidelijk maken dat er veel meer ruimte is voor persoonlijke ontwikkeling en planning die door jonge kinderen vooral veel ruis en onzekerheden oproepen.

Over sprakeloosid

Sprakeloos, en verhalen over die sprakeloosheid, maar ook verhalen die me sprakeloos doen staan. Kortom, over politiek, maatschappij, boeken, eigen verhalen en soms iets over mezelf. Maar verhaalt niet ieder geblogt woord over mezelf. Kortom, sprakeloos verhalen.
Dit bericht is geplaatst in Pa Sprak en getagd met , , , , , , , . Bookmark de permalink.
Wees de eerste om post te waarderen.

Een reactie op Maatschappelijk autisme of autismisering van de maatschappij.

  1. sprakeloosid zegt:

    Eerder verschenen op het volkskrantblog van sprakeloos en op mijn actuele blog www. sprakeloosverhalen.wordpress.com

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

*

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: